donderdag 4 september 2014

Gerrit Kouwenaar (1923-2014)

De dichter Gerrit Kouwenaar overleed vandaag op 91-jarige leeftijd. De laatste keer dat wij hem zagen optreden was in theater De Nieuwe Liefde te Amsterdam.


Afgelopen weekend las Kouwenaar voor uit eigen werk. In het openbaar. Dat komt haast nooit voor. Dat moesten we zien, en horen. Mijn collega-dichter en ik. Het was in Amsterdam. De treinen reden op tijd. Haast naadloos schoof de aankomst van de één in het vertrekmoment van de volgende. Dat viel op. (Cabaretier Vincent Bijlo roemt in zijn nieuwe theatervoorstelling De Cultuuroptimist de goede kwaliteit van de NS-bussen, haha!)
Eenmaal op een aangenaam terras in Oud West beland, was het moeilijk ons los te rukken van de zachte en toch felle zon, een prachtige combinatie waar je soms in de herfst tomeloos van kunt genieten. Maar we deden het, dat losrukken, en belandden in een zaal die verwachtingsvol gevuld was met honderden andere belangstellenden.
Het was zeer bijzonder om de 88-jarige Kouwenaar met licht schorre stem en een beetje verwrongen dictie zijn gedichten te horen lezen. Tussendoor zijn droge commentaar dat zo nu en dan gelach aan het publiek ontlokte. Na een paar minuten hield ´ie op en volgde een zeer gevarieerd programma óver Kouwenaar. Een hoorcollege rond één van zijn gedichten, een voordracht van zijn werk door dichter des vaderlands Ramsey Nasr (Wat kan die meesterlijk voordragen!), een fragment uit de film 'Totaal witte kamer', twee mededichters op video over belangrijke Kouwenaarwoorden en een indrukwekkend concert in drie delen van de celliste Larissa Groeneveld.
Het vernuftige zat m in de opbouw. Hoewel al die programmapunten op zich interessant waren, snakte je als toeschouwer gewoon naar een volgende dosis 'Kouwenaar live'. En toen dat, als slotakkoord, de overdekte middag onder de zon vervolmaakte - tsja. Toen hoefde je je alleen nog maar aan de poëzie over te geven. Ernaar te luisteren. Geroerd werd je. Hoe dan ook.

totaal witte kamer

Laten wij nog eenmaal de kamer wit maken
nog eenmaal de totaal witte kamer, jij, ik

dit zal geen tijd sparen, maar nog eenmaal
de kamer wit maken, nu, nooit meer later

en dat wij dan bijna het volmaakte napraten
alsof het gedrukt staat, witter dan leesbaar

dus nog eenmaal die kamer, de voor altijd totale
zoals wij er lagen, liggen, liggen blijven
witter dan, samen -

Gerrit Kouwenaar
uit: Totaal witte kamer (2002)